Chrosomus erythrogaster, Roodbuik Elrits

Uitverkocht
€ 5,00

De iets grotere neef van de Rainbow shiner.
Niet zo opvallend (van bovenaf) maar daarom niet minder mooi.

 

Levering van vissen gebeurt enkel in eigen beheer en dit op vastgelegde dagen, tijdens een leveringsronde.

 

Bij het afronden van de bestelling kunt u dan de optie "Verzendronde*datum*" selecteren.

 

Prijzen zijn steeds per stuk, volgens het totaal aantal die u wenst.

Benamingen:

Wetenschappelijke benaming:  Chrosomus erythrogaster (vroeger Phoxinus erythrogaster)

Algemene benamingen:   (Zuiderlijke) Roodbuikelrits, Roodbuik winde, Southern Redbelly dace

Origine:

Zuid Centraal U.S.A.

Van Zuid Minnesota  en Wisconsin in het noorden, tot Arkansas, het zuiden van Mississippi en Alabama in het zuiden, en van westelijk Pennsylvania in het oosten tot Colorado, New Mexico en Oklahoma in het westen.

N.A.N.F.A. map

IUCN lijst

Fysiologie:

Lengte: 8-10cm

Geen overduidelijk geslachtsonderscheid.
Mannen krijgen tuberkels in het paaiseizoen, vrouwen worden in het algemeen iets volumineuzer.

Levensverwachting: In de vijver: 5-6 jaar

                                    In een aquarium (+20°c): 2-3 jaar

Huisvesting:

Chrosomus erythrogaster zijn rheofiele vissen, wat wil zeggen dat ze zuurstofminnend zijn.
Hierdoor hebben ze een grote nood aan zuurstofrijk water, hun kieuwen zijn niet voorzien op een lage toevoer van zuurstof.

Snelstromend water kan hierin voorzien maar is geen absolute vereiste.
Het zijn echte schoolvisjes, 10 stuks is dan ook het absolute minimum, indien geen andere elritsen gehouden worden. Mits goede filtratie is een stockdichtheid van 1 vis op 10 liter geen enkel probleem.

De Roodbuik heeft geen specifieke eisen aan inrichting of beplanting en voelt zich overal thuis.
Een ondiep gedeelte wordt wel geapprecieerd.

Waterwaarden:

Temperatuur: 0-35°C

Ph.: 5-9 

Kh: 3-20°dh

Gh: 5-20°dh

NHX, NO2: Nihil

NO3: < 20 mg/l

PO4: < 2 mg/l

Geleidbaarheid: 200-1500µs

De extremen worden niet gedurende lange periode getolereerd.

Voeding:

Elritsen zijn rasechte carnivoren.
In de natuur eten ze alles wat ze tegenkomen.
Allerhande muggelarven, waterkreeftjes en andere insecten maar ook andere kleine visjes (al dan niet dezelfde soort)

Eten doen ze zolang de watertemperatuur hoger is dan 10°c

Vanaf 15°c kunnen ze proteïne rijk voedsel aan. In het voorjaar en tijdens de baltsperiode is het dan ook aangeraden om wat bij te voeren.

Voortplanting:

Vrouwtjes die klaar zijn om kuit te schieten lossen feromonen in het water, wat de mannetjes triggert om boven een kiezelhoop (2-5cm kiezels) te gaan baltsen.
In de natuur wordt deze gemaakt door de zogenaamde stonerollers, een vis die deze kiezelburchten maakt om potentiele partners te imponeren.
In de vijver kunnen die zowel een permanent geheel van de vijver zijn, zoals een lava(moeras)filter of een kiezelbank maar ook tijdelijk voorzien worden d.m.v. een bakje met kiezels.
Vrouwen die geen geschikte afzetplaats vinden kunnen sterven aan legnood.
Het is dan ook belangrijk van deze steeds te voorzien, ook al hebt u geen intentie om te kweken.
De vrouwen hebben een afkeur voor egaal zwarte kiezels.

Balts duurt vaak 1 dag (veelal enkel overdag) maar kan uitlopen tot enkele dagen.

Eitjes komen, al naar gelang de temperatuur, in 4 a 5 dagen uit.
In tegenstelling tot de Regenboogelrits, gaan deze larven vrij snel vrijzwemmen,
voeren kan dan ook al vrij snel. Artemia naupilli worden quasi direct vlot aangenomen.
Eens de jongen +1cm zijn kan begonnen worden met stofvoer en klein diepvriesvoer (bvb bosmina en nadien cyclops).
Veelvuldige voederbeurten per dag en proper water  zullen de jongen binnen de 6 maand tot subadult laten uitgroeien.


Rating: 5 sterren
1 stem