Elassoma evergladei, Everglades dwergzonnebaars
Uitverkocht
€ 15,00
Mini visjes, maxi looks en karakter.
Deze kleine rakkers zijn met hun 2.5cm de perfecte aanwinst voor een mini, lowtech, (terras)waterpartij.
Levering van vissen gebeurt enkel in eigen beheer en dit op vastgelegde dagen, tijdens een leveringsronde.
Bij het afronden van de bestelling kunt u dan de optie "Verzendronde*datum*" selecteren.
Benamingen:
Wetenschappelijke benaming: Elassoma evergladei
Algemene benamingen: Everglades dwergzonnebaars, Everglades Pygmy sunfish
Origine:
Florida, Alabama, Georgia U.S.A.
N.A.N.F.A. map
IUCN lijst
Fysiologie:
Lengte: 2-2.5cm max.
Man: Afgerond lichaam, kleine buikpartij.
Blauw iriserende kleur op het ganse lichaam die enkel bij grote koude of stress wegvallen.
Dominante, baltsende mannen krijgen een donkere onderkleur.
Vrouw: Afgerond lichaam met grotere buikpartij, deels doorzichtig.
Veelal weinig tot geen opvallende kleuring.
Levensverwachting: 2-3jaar
Huisvesting:
Evergladei hebben specifieke eisen aan hun omgeving.
Ze vertoeven het liefst in zuivere doch stromings arme tot vrije wateren met dichte, fijnbladerige beplanting.
Het water is best zacht en licht zurig. Het gebruik van bladafval is hiervoor sterk aan te moedigen.
Deze bodembedekking dient tevens ook als schuilplaats voor de jongen.
Bij langdurige en of strenge winter overwinteren ze best in een onverwarmde binnenruimte.
Veel hangt af van de juiste locatie van hun verblijf. Een beschutte plaats, dicht bij een zuid gerichte muur en vrij van grote windscheer kan er voor zorgen dat ze het jaar rond buiten kunnen vertoeven.
Waterwaarden:
Temperatuur: 0-35°C
Ph.: 5-7
Kh: 0-10°dh
Gh: 5-10°dh
NHX, NO2: Nihil
NO3: < 10 mg/l
PO4: < 1 mg/l
Geleidbaarheid: 50-300µs
De extremen worden niet gedurende lange periode getolereerd.
Voeding:
Dwergzonnebaarzen zijn opportunistische jagers.
Ze zullen dan ook gretig elk klein levend- en diepvriesvoer aannemen.
Droogvoer is niet aan hun besteed.
Voortplanting:
Elassoma zijn vrijafzetters die hun eitjes droppen boven bladafval, fijnbladerige planten, algen en mossen.
De jongen zijn enorm klein, ze dienen dan ook overvloedig voorzien worden van infusoriën (het bladafval is een natuurlijke bron daarvan).
Na enkele weken kunnen ze Artemia nauplilli en microwormen/azijnaaltjes gevoerd worden.